Het programma is altijd onder voorbehoud. Weersomstandigheden, terreingesteldheid en het niveau van de deelnemers (conditioneel alsook technisch) kunnen o.a. van invloed zijn op het uit te voeren programma.

Dalpe (1129 m) – Sgnoi - Capanna Campo Tencia - Lago Morghirolo - Cassine Lei di Cima - Leitpass - Capanna Leit (2139 m)
5½ uur, +1320m, -260m

We lopen vanuit Dalpe (1192 m) langs de Piumogna het gelijknamige dal in. Tot Prati Gera (1451 m) gaat het geleidelijk omhoog, daarna steiler via de Alpe di Croslina (1926 m) naar de Capanna Campo Tencia (2139 m). Een mooie plaats voor een welverdiende pauze en mogelijkheid wat te eten en te drinken. Na de pauze vervolgen we onze route naar de Passo Leit (2430 m. Onderweg passeren we een blokkenveld en nodigt het Lago di Morghirolo uit tot een duik. We komen langs de Cassine Lei di Cima (2390 m), over de Passo Leit en vervolgens langs het Lago di Leit, waar de Capanna Leit (2253 m) ligt.

Bij deze hut ben je in een geologisch heel interessant gebied dat sporen laat zien van het Jura tijdperk en het Trias. Er komt hier een reusachtige, mooi geplooide, liggende laag kalksteen aan de oppervlakte, welke ooit in de zee is ontstaan.

Capanna Leit – Passo Campolungo - Fusio - taxibusje - Lago Naret - Capanna Cristallina (2566 m)
6 uur, +700m, -1230m

Vanuit de Capanna Leit (2226 m) gaan we vrijwel meteen via een bijzondere kalkgeul op weg naar de Passo Campolungo (2318 m). Daarna volgt een lange, maar mooie afdaling tot aan het schilderachtige dorpje Fusio (1289 m). Hier is er tijd voor een (lunch)pauze en wachten we op het taxibusje dat ons ruim 1000 meter omhoog brengt naar het Lago Naret. Van het Lago Naret (2311 m) is het een kort stuk wandelen naar de Passo del Naret (2438 m). Even later zien we dan de Capanna Cristallina (2566 m) liggen, het doel van deze dag. Onderweg zie je nog de plaats van de oude hut, welke in 1999 door een lawine is verwoest.

Capanna Cristallina - Lago Sfundau - Pianca - Lago Nero - Lièlp - Capanna Basòdino (1855 m)
3½ uur, +200m, 910m

Als de weerscondities goed zijn kunnen we eerst vanuit de Capanna Cristallina naar de Cima di Lago (2832 m). Een klim van 266 meter over een oud militair pad, onder de Passo della Cima di Lago langs. We lopen terug via hetzelfde pad. Deze optie is 2,5 uur lopen en 300 hoogtemeters extra.

Vanaf de Capanna Cristallina (2568 m) lopen we bovenlangs het mooie, in een kom gelegen, Lago Sfundau en dalen we verder af tot Pioda. Dan een klein stukje stijgen naar het Lago Nero (2406 m) en vervolgens in een grote boog naar Lielp (1985 m). Daar volgen we het pad verder naar de Capanna Basòdino (1855 m). De hut ligt een beetje verstopt en je ziet hem pas als je er bijna bent. Na een laatste klimmetje en een allerlaatste steile afdaling strijken we neer op het terras van de hut.

Capanna Basòdino - via Bochetta di Val Maggia (2635m) - Passo San Giacomo (2306m) - Capanna Corno Gries (2338 m)
6 uur, +975m, -520m

Op de vierde dag gaan we de nodige kilometers en ook hoogtemeters maken. De tocht begint met een stevige klim naar Arzo (2225 m) en na nog eens 225 meter klimmen komen we bij het Lago dei Matörgn. Een mooie plaats voor een rustpauze en eventueel een duik in het meer. Na nog eens 180 hoogtemeters en voortdurend met de Basòdino nabij, bereiken we de Bochetta di Val Maggia (2635 m). We gaan een stukje door Italië. Bij de Laghi Boden (2362 m) blijven we aan de oostkant van het Lago Toggia. We lopen over een mooi, vrijwel vlak met heuvels, beekjes en ondiepe dalen gevuld terrein. Bij de Rupe del Gesso zijn we weer in kalkterrein en komen we veel trechters tegen. Op de Passo San Giacomo (2313m) eindigt de Italiaanse Strada Statale 659 en komen we weer in Zwitserland. Langs het kapelletje van San Giacomo (2254 m) lopen we zonder veel hoogteverschillen naar de Capanna Corno Gries (2333 m). Onder ons ligt de weg van de Nufenenpas.

De hut is in 2007 geheel gemoderniseerd en heeft een futuristisch uiterlijk, met behoud van de oude structuur. Vanuit de eetzaal en het gastenverblijf heb je een uitzicht van 360 graden.

Capanna Corno Gries - Cornopas (2485 m) - Griespas - Bättelmatt - Rifugio Citta di Busto (2480 m)
3½ uur, +480m, -340m

Vanaf de hut gaan we langzaam stijgend naar de Cornopas (2484 m) en de vlakbij gelegen Griespas (2486 m). Daar komen we weer in Italië en hebben we een schitterend uitzicht op de Gries- en de Hohsandgletsjer. Vanaf de Griespas zien we de Rifugio Città di Busto (2481 m) al liggen. Om daar te komen maken we echter eerst nog een afdaling van 300 meter naar Bättelmatt (2111 m) en een net zo grote klim over een goed pad. Aangekomen bij de Rifugio Città di Busto is het goed uitrusten van de ochtendinspanning.

In de middag is er de optie om vanuit de hut de Bättelmatthorn / Punta dei Camosci (3043 m) te beklimmen. We lopen dan via de Alpe dei Camosci en het deels van palen met staalkabels voorziene Sentiero Castiglioni. Het pad loopt over rood, in dunne platen gelaagd gesteente. Bij pt.2672m buigen we af naar het westen om de top van de Bättelmatthorn / Punta dei Camosci te bereiken.

Rifugio Citta di Busto – Lago Morasco (1820m) - Passo di Nefelgiu (2583m) - Rifugo Margaroli (2583m)
6 uur, +780m, -1060m

Van Rifugio Città di Busto (2482 m) dalen we eerst in korte tijd 270 meter naar de Rio del Sabbione en lopen door het smalle dal naar het Lago Morasco (1820 m). Bij het Lago Morasco staat de Rifugio Bimse, een goede plaats voor een pauze. Ook kunnen we hier broodjes kopen voor de lunch. Vanaf het Lago Morasco gaat het eerst even stevig omhoog, daarna is het pad betrekkelijk eenvoudig en stijgt het geleidelijk door de Vallone di Nefelgiù naar de Passo di Nefelgiù (2583 m). Vandaar is het nog 380 meter naar het dal, het Lago Vanino en de daar dichtbij gelegen Rifugio Margaroli (2194 m).

Rifugo Margaroli - Scatta Minoia (2599 m) - Binntal Hütte (2267 m)
4½ uur, +690m, -585m

Van de Rifugio Margaroli (2194 m) lopen we langs de noordwest kant van het Lago Vanino naar Alpe Curzalma (2279 m). Vanaf hier wandelen we verder naar Scatta Minoia (2599 m), waar een klein bivak hutje staat. Hier kunnen we pauzeren en genieten van het uitzicht op de gemzen en steenbokken. Iets lager, op 2430 meter, komen we een prachtig bergmeertje tegen waar we een duik in kunnen nemen. We dalen vervolgens door veel alpenweide af naar de Alpe Forno Inferiore (2222 m). Ook hier is het de moeite waard te pauzeren. We zijn in een prachtige omgeving met uitzicht op de omringende bergen en het mooie Lago di Dèvero.

Het vervolg van het pad naar de Alpe Forno Superiore en de Bocchetta di Arbola / Albrunnpass (2408 m) lijkt een beetje verstopt. Pas kort van te voren zie je de Albrunnpass, waar we weer in Zwitserland komen. Na een korte pauze in de smalle pas gaan we verder naar de dichtbij gelegen Binntalhütte (2260 m), die je vanuit de pas al ziet liggen. De hut is zeer oud en karakteristiek van buiten, maar modern van binnen. Er zijn in deze hut geen douches aanwezig.

Binntal Hütte - Chiestalf - Fäld - Binn (1400 m)
4 uur, -930m

Vanaf de Binntalhütte (2260 m) dalen we deze laatste dag door het mooie Binntal af naar Binn. We passeren onder andere Chiestafel (1960 m), de kleine Halsesee (2003 m), Figgerscha (1625 m) en Fäld (1547 m), het eerste kleine dorpje waar we weer in de bewoonde wereld komen. Van Fäld lopen we nog naar Binn (1400 m). In Binn zijn goede gelegenheden om te pauzeren en eindigt onze huttentocht.