Krijg een melding bij de lancering van het zomerprogramma van 2026. Meld je aan

Via Ferrata del Marmolada, Klettersteigtocht

Meer bekijken
Locatie
Doelgroep
Reisduur
7 dagen
Reisleiding
NKBV Tochtleider
Min. Deelnemers
7
Max. Deelnemers
8

De Marmolada is het hoogste massief van de Dolomieten. Het gebied is bekend om de gletsjer die vanaf de Punta Penia (3343 m) naar beneden stroomt. Dit is de grootste gletsjer van de Dolomieten en een indrukwekkend gezicht.

In dit massief liggen enkele van de meest iconische via ferrata’s. De Alta Via Beppi Zac voert langs een museum dat vertelt over de Eerste Wereldoorlog, toen deze route werd aangelegd. De Hans Seyffert Weg brengt ons naar de top van Punta Penia, waar we ook overnachten. Een bijzondere ervaring hoog boven het dal.

Elke dag staat er een ferrata op het programma. Soms kort en technisch, soms een lange inspanning die uren duurt. De routes zijn middelzwaar, van A/B tot B/C. De dagtochten vragen meer dan alleen techniek: je hebt een goede conditie nodig. Reken op zes tot acht uur onderweg met flinke hoogtemeters. Dit is een tocht voor wie houdt van uitdaging en weet wat bergsport inhoudt.

Highlights van deze klettersteigtocht:

  • Sta op de top van Punta Penia
  • Beklim de Colac via een uitdagende Via ferrata
  • Geniet van het uitzicht over de Marmolada

Programma

Toon alles

Het programma is altijd onder voorbehoud. Weersomstandigheden, terreingesteldheid en het niveau van de deelnemers (conditioneel alsook technisch) kunnen o.a. van invloed zijn op het uit te voeren programma.

Dag 1

Kabelbaan Pozza Buffaure - Sentiero attrezzato Lino Pederiva - Rifugio Tobià del Giagher (2160m)

 6 uur
 11,5 lm
 800m
 700m

We starten in Pozza di Fassa en nemen de lift omhoog naar rifugio Buffaure. Vanaf hier wandelen we ontspannen over een brede bergweg naar rifugio Baita Cuz. Na deze hut begint de klim naar de Col de Valvacin. Boven op de graat pakken we een extra top mee: de Sas de Adam (2433 m). Na deze top verlaten we de graat en dalen af naar passo Sela Brunech, waar een winters skistation ligt.

Vanaf hier wordt het terrein technischer. We volgen het Sentiero attrezzato Lino Pederiva, een route over de graat richting Passo San Nicolo. Zodra we de graat verlaten, doen we onze klettersteigset om. Onderlangs de Sas de Roces ligt de eerste via ferrata van de week, een A/B-route die ideaal is om in te komen. Voor we bij de passo Nicolo aankomen, buigen we af richting Forcia Neigra op (2508 m). De route wordt nu eenvoudiger en ons eindpunt van de dag komt in zicht: rifugio Tobia del

Dag 2

Rifugio Tobià del Giagher (2160m) -via ferrata dei Finanzieri -Rifugio Contrin (2016m)

 6 uur
 8,5 km
 850m
 1000m

De Via ferrata dei Finanzieri (C) is officieel de technisch zwaarste route van deze tocht. Die waardering komt door twee korte passages met C waardering, terwijl het grootste deel van de route A/B is. Het pad voert ons naar de top van de Colac (2714 m). Daar wacht een indrukwekkend uitzicht over de omliggende bergen, met de Marmolada als blikvanger. Vanaf hier zien we rifugio Contrin, ons doel voor vandaag, en een groot deel van de route voor de rest van de week.

Na de ferrata dalen we af naar rifugio Passo Nicolo. Vanaf het terras kijken we terug naar de Colac, de top waar we net stonden. Daarna volgen we het pad richting rifugio Contrin. Het voert ons over groene alpenweiden en slingert langzaam naar beneden. De hut ligt idyllisch aan de rand van het bos, een rustige plek om de dag af te sluiten.

Dag 3

Rifugio Contrin (2016m) - Ferrata Marmolada Westgrat naar Punta Penia (3343m) - Capanna Punta Penia (3351m)

 5 uur
 4,5 km
 1350m

Vandaag staat de hoogste berg van de Dolomieten op het programma, mits het weer meewerkt. Vanuit rifugio Contrin klimmen we richting Passo Ombretta. Op ongeveer 2400 meter nemen we het pad naar de Forcella Marmolada (2896 m). Het pad is steil en bedekt met gruis, een serieuze klim.

Hier begint de klettersteig Hans-Seyffert-Weg, ook bekend als de Marmolada Westgrat (B). Deze B-route brengt ons naar Punta Penia (3343 m), de hoogste top van de Marmolada. Bij helder weer is het uitzicht indrukwekkend. Vanaf dit punt zie je de Dolomieten in alle richtingen en alleen in het noorden, op 75 kilometer afstand, steken de besneeuwde toppen van het Zillertal hoger uit.

Als de zon ’s avonds ondergaat, kleuren de bergen langzaam roze. Een moment dat je niet snel vergeet.

Dag 4

Capanna Punta Penia (3351m) - Ferrata Marmolada Westgrat - Rifugio Contrin (2016m)

 4½ uur
 4,5 km
 1350m

We nemen afscheid van deze bijzonder gelegen hut en keren terug naar rifugio Contrin. De afdaling begint langs dezelfde ferrata die we gisteren nog beklommen hebben. Een ferrata afdalen voelt anders dan omhoog gaan. Je zoekt meer naar goede voetplaatsen en beweegt bedachtzamer.

Na de ferrata volgt een steile passage door los gruis. We dalen rustig af tot bij rifugio Contrin. Op het terras is tijd om na te genieten van de ervaring van vandaag. We sparen onze energie, want morgen en overmorgen staan lange dagen op het programma.

Dag 5

Rifugio Contrin (2016m) - Via Ferrata Alta Via Beppi Zac - Rifugio Passo delle Selle (2530m)

 9 uur
 10 km
 1350m
 850m

Vandaag staat de lange ferrata Alta Via Beppi Zac (B/C) op het programma. De hoofdlampjes gaan mee, want onderweg passeren we meerdere tunnels. De route voert langs stille getuigen van de Eerste Wereldoorlog, een indrukwekkende herinnering aan een donkere periode.

We vertrekken vanuit rifugio Contrin en volgen het pad richting Baita alle Cascate. Voor we daar aankomen, slaan we af en klimmen door het Laste San Nicolo. Op de graat gaan we niet direct naar onze hut, maar eerst naar een plateau met wrakstukken van een voormalig Oostenrijks kampement, destijds bekend als Detz Stellung. Niet ver daarvandaan eindigt de kam bij de markante rots Sasso di Costabella, ook wel Castello Costabella genoemd. Via staalkabels en een trap bereiken we het uitgeholde rotsblok, waar een permanente fototentoonstelling herinnert aan de gruwelijkheden van de oorlog.

Daarna keren we terug en volgen het pad richting de hut. Onderweg passeren we toppen met bijzondere namen: Lastei, il Naso (de neus), il Dente Austriaco (de Oostenrijkse tand), le Cinque Dita (de vijf vingers) en Testa del Principe (het hoofd van de prins). De route voelt als een openluchtmuseum, waar niets veranderd mag worden, alleen hersteld.

Vlak boven de hut eindigt de ferrata. Vanaf het terras kijken we terug op de route van vandaag en vooruit naar wat morgen brengt.

Dag 6

Rifugio Passo delle Selle (2530m) - Via ferrata Bruno Federspiel - Rifugio Vallaccia (2254m)

 7 uur
 6,5 km
 500m
 750m

We verlaten de Bergvagabundenhütte en beginnen direct stevig. Vlak bij de hut start de Via ferrata Bruno Federspiel, een B/C-route die zich uitstrekt over een lange graat met meerdere toppen. De hoogste is de Spiz de Tariciogn op 2647 meter.

Omdat we voortdurend op de graat blijven, hebben we de hele dag uitzicht op de omliggende bergen. De omgeving voelt anders dan gisteren. Hoewel ook gevormd in de Eerste Wereldoorlog, is hier veel minder geschiedenis zichtbaar. Na de ferrata volgen we de graat verder tot Forcella Costela. Vanaf dit punt dalen we af naar de kleine rifugio Vallaccia. Als daar niet genoeg plek is voor de hele groep, gaat een deel door naar rifugio Taramelli, iets meer dan een kilometer verderop.

Dag 7

Rifugio Vallaccia (2254m) - Via ferrata Franco Gadotti - Kabelbaan Pozza Buffaure

 7½ uur
 9,5 km
 550m
 1450m

De laatste dag brengt ons over de Via ferrata Franco Gadotti (B/C) terug naar het dal. Het wordt opnieuw een dag met veel hoogtemeters, vooral in de afdaling. We beginnen bij de Forcella de Costela en buigen daar af naar het noorden. Eerst beklimmen we de Punta Vallaccia (2637 m), de naamgever van de hut. Na de afdaling komen we op de ferrata. Het eerste deel vraagt nog wat klimwerk, daarna volgt een pad over de graat. Na de Sas Aut begint de lange afdaling.

Onderweg passeren we Bivacco Donato Zeni en kort daarna bereiken we een breed pad dat ons terugbrengt naar Pozza di Fassa. Daar, vlak bij de Chiesa San Nicolò, sluiten we de week af met een echte Italiaanse koffie. Een mooi moment om terug te kijken op een tocht vol inspanning, uitzichten en belevenis.

€ 1.020
Voor leden per persoon

Ledenprijs

Niet-leden kunnen de reis boeken. We maken je dan lid van de NKBV en je ontvangt hiervoor een aparte factuur. Tijdens het boekingsproces (in stap 2) ga je akkoord met het NKBV lidmaatschap.

Programma

Toon alles

Dag 1

Kabelbaan Pozza Buffaure - Sentiero attrezzato Lino Pederiva - Rifugio Tobià del Giagher (2160m)

 6 uur
 11,5 lm
 800m
 700m

We starten in Pozza di Fassa en nemen de lift omhoog naar rifugio Buffaure. Vanaf hier wandelen we ontspannen over een brede bergweg naar rifugio Baita Cuz. Na deze hut begint de klim naar de Col de Valvacin. Boven op de graat pakken we een extra top mee: de Sas de Adam (2433 m). Na deze top verlaten we de graat en dalen af naar passo Sela Brunech, waar een winters skistation ligt.

Vanaf hier wordt het terrein technischer. We volgen het Sentiero attrezzato Lino Pederiva, een route over de graat richting Passo San Nicolo. Zodra we de graat verlaten, doen we onze klettersteigset om. Onderlangs de Sas de Roces ligt de eerste via ferrata van de week, een A/B-route die ideaal is om in te komen. Voor we bij de passo Nicolo aankomen, buigen we af richting Forcia Neigra op (2508 m). De route wordt nu eenvoudiger en ons eindpunt van de dag komt in zicht: rifugio Tobia del

Dag 2

Rifugio Tobià del Giagher (2160m) -via ferrata dei Finanzieri -Rifugio Contrin (2016m)

 6 uur
 8,5 km
 850m
 1000m

De Via ferrata dei Finanzieri (C) is officieel de technisch zwaarste route van deze tocht. Die waardering komt door twee korte passages met C waardering, terwijl het grootste deel van de route A/B is. Het pad voert ons naar de top van de Colac (2714 m). Daar wacht een indrukwekkend uitzicht over de omliggende bergen, met de Marmolada als blikvanger. Vanaf hier zien we rifugio Contrin, ons doel voor vandaag, en een groot deel van de route voor de rest van de week.

Na de ferrata dalen we af naar rifugio Passo Nicolo. Vanaf het terras kijken we terug naar de Colac, de top waar we net stonden. Daarna volgen we het pad richting rifugio Contrin. Het voert ons over groene alpenweiden en slingert langzaam naar beneden. De hut ligt idyllisch aan de rand van het bos, een rustige plek om de dag af te sluiten.

Dag 3

Rifugio Contrin (2016m) - Ferrata Marmolada Westgrat naar Punta Penia (3343m) - Capanna Punta Penia (3351m)

 5 uur
 4,5 km
 1350m

Vandaag staat de hoogste berg van de Dolomieten op het programma, mits het weer meewerkt. Vanuit rifugio Contrin klimmen we richting Passo Ombretta. Op ongeveer 2400 meter nemen we het pad naar de Forcella Marmolada (2896 m). Het pad is steil en bedekt met gruis, een serieuze klim.

Hier begint de klettersteig Hans-Seyffert-Weg, ook bekend als de Marmolada Westgrat (B). Deze B-route brengt ons naar Punta Penia (3343 m), de hoogste top van de Marmolada. Bij helder weer is het uitzicht indrukwekkend. Vanaf dit punt zie je de Dolomieten in alle richtingen en alleen in het noorden, op 75 kilometer afstand, steken de besneeuwde toppen van het Zillertal hoger uit.

Als de zon ’s avonds ondergaat, kleuren de bergen langzaam roze. Een moment dat je niet snel vergeet.

Dag 4

Capanna Punta Penia (3351m) - Ferrata Marmolada Westgrat - Rifugio Contrin (2016m)

 4½ uur
 4,5 km
 1350m

We nemen afscheid van deze bijzonder gelegen hut en keren terug naar rifugio Contrin. De afdaling begint langs dezelfde ferrata die we gisteren nog beklommen hebben. Een ferrata afdalen voelt anders dan omhoog gaan. Je zoekt meer naar goede voetplaatsen en beweegt bedachtzamer.

Na de ferrata volgt een steile passage door los gruis. We dalen rustig af tot bij rifugio Contrin. Op het terras is tijd om na te genieten van de ervaring van vandaag. We sparen onze energie, want morgen en overmorgen staan lange dagen op het programma.

Dag 5

Rifugio Contrin (2016m) - Via Ferrata Alta Via Beppi Zac - Rifugio Passo delle Selle (2530m)

 9 uur
 10 km
 1350m
 850m

Vandaag staat de lange ferrata Alta Via Beppi Zac (B/C) op het programma. De hoofdlampjes gaan mee, want onderweg passeren we meerdere tunnels. De route voert langs stille getuigen van de Eerste Wereldoorlog, een indrukwekkende herinnering aan een donkere periode.

We vertrekken vanuit rifugio Contrin en volgen het pad richting Baita alle Cascate. Voor we daar aankomen, slaan we af en klimmen door het Laste San Nicolo. Op de graat gaan we niet direct naar onze hut, maar eerst naar een plateau met wrakstukken van een voormalig Oostenrijks kampement, destijds bekend als Detz Stellung. Niet ver daarvandaan eindigt de kam bij de markante rots Sasso di Costabella, ook wel Castello Costabella genoemd. Via staalkabels en een trap bereiken we het uitgeholde rotsblok, waar een permanente fototentoonstelling herinnert aan de gruwelijkheden van de oorlog.

Daarna keren we terug en volgen het pad richting de hut. Onderweg passeren we toppen met bijzondere namen: Lastei, il Naso (de neus), il Dente Austriaco (de Oostenrijkse tand), le Cinque Dita (de vijf vingers) en Testa del Principe (het hoofd van de prins). De route voelt als een openluchtmuseum, waar niets veranderd mag worden, alleen hersteld.

Vlak boven de hut eindigt de ferrata. Vanaf het terras kijken we terug op de route van vandaag en vooruit naar wat morgen brengt.

Dag 6

Rifugio Passo delle Selle (2530m) - Via ferrata Bruno Federspiel - Rifugio Vallaccia (2254m)

 7 uur
 6,5 km
 500m
 750m

We verlaten de Bergvagabundenhütte en beginnen direct stevig. Vlak bij de hut start de Via ferrata Bruno Federspiel, een B/C-route die zich uitstrekt over een lange graat met meerdere toppen. De hoogste is de Spiz de Tariciogn op 2647 meter.

Omdat we voortdurend op de graat blijven, hebben we de hele dag uitzicht op de omliggende bergen. De omgeving voelt anders dan gisteren. Hoewel ook gevormd in de Eerste Wereldoorlog, is hier veel minder geschiedenis zichtbaar. Na de ferrata volgen we de graat verder tot Forcella Costela. Vanaf dit punt dalen we af naar de kleine rifugio Vallaccia. Als daar niet genoeg plek is voor de hele groep, gaat een deel door naar rifugio Taramelli, iets meer dan een kilometer verderop.

Dag 7

Rifugio Vallaccia (2254m) - Via ferrata Franco Gadotti - Kabelbaan Pozza Buffaure

 7½ uur
 9,5 km
 550m
 1450m

De laatste dag brengt ons over de Via ferrata Franco Gadotti (B/C) terug naar het dal. Het wordt opnieuw een dag met veel hoogtemeters, vooral in de afdaling. We beginnen bij de Forcella de Costela en buigen daar af naar het noorden. Eerst beklimmen we de Punta Vallaccia (2637 m), de naamgever van de hut. Na de afdaling komen we op de ferrata. Het eerste deel vraagt nog wat klimwerk, daarna volgt een pad over de graat. Na de Sas Aut begint de lange afdaling.

Onderweg passeren we Bivacco Donato Zeni en kort daarna bereiken we een breed pad dat ons terugbrengt naar Pozza di Fassa. Daar, vlak bij de Chiesa San Nicolò, sluiten we de week af met een echte Italiaanse koffie. Een mooi moment om terug te kijken op een tocht vol inspanning, uitzichten en belevenis.

Praktische informatie

Deelname eis

 

 

Reisleiding

Als je met Bergsportreizen op pad gaat, dan ben je altijd onderweg met gekwalificeerde begeleiding. Daarmee ben je verzekerd van een leuke, maar vooral veilige bergsportvakantie. Op deze tocht wordt een NKBV-Tochtleider ingezet.

NKBV Tochtleiders
NKBV Tochtleiders zijn enthousiaste en gemotiveerde leden, die beschikken over ruime alpiene ervaring. Zij hebben een uitgebreide opleiding doorlopen en worden regelmatig bijgeschoold. Tochtleiders leiden de reizen op vrijwillige basis (leden voor leden).

De tocht wordt geleid door

Gijs Stegink en Willem-Jan Vrolijk
Kennismakingsmoment

De tochtleider organiseert voorafgaand aan de reis een kennismakingsmoment en nodigt je hiervoor uit. Tijdens de kennismaking krijgt de groep de gelegenheid om elkaar te ontmoeten en belangrijke zaken te bespreken zoals de uitrusting, carpoolafspraken en het afstemmen van de starttijd en locatie. Het kennismakingsmoment kan zowel fysiek als online worden gehouden.

Uitrusting

Klimtechnische uitrusting
Bergsportreizen zorgt voor het klimtouw.

Wat neem je zelf mee

  • bergschoenen
  • bergsportrugzak, inhoud ± 45 liter
  • sportklimgordel
  • bergsporthelm
  • klettersteigset (Y-set), bij voorkeur met bandvaldemper
  • 10- of 12-punts stijgijzers met anti-stolplaten (wordt door tochtleider besproken)
  • 1 hulptouwtje (prusiktouwtje) Ø 5mm of 6 mm - 1 meter
  • 1 bandlus (bandschlinge) 120 cm
  • 1 extra beveiligde HMS karabiner, bijv. DMM Belay Master, Petzl Ballock
  • 2 schroefkarabiners (mag ook HMS zijn).

Schoenen
Voor de huttentocht heb je goede bergwandelschoenen nodig. Dit zijn schoenen die vallen in de B-categorie. De schoenen moeten natuurlijk in goede staat zijn en de zolen mogen geen afgesleten profiel hebben.

Overige Uitrusting

  • bergsportbroek winddicht en sneldrogend (windstopper/softshell)
  • jas water- en winddicht en ademend (hardshell)
  • regenbroek met doorlopende ritsen winddicht en ademend (hardshell)
  • fleecejack/winddicht vest (windstopper/softshell)
  • thermo onderkleding (sneldrogend)
  • 1 paar dunne wind- en waterafstotende handschoenen (windstopper)
  • 1 paar warme handschoenen wind- en waterdicht
  • klettersteighandschoenen, indien gewenst
  • wandelsokken
  • gamaschen
  • muts die over de oren gaat
  • zonnepetje
  • sportzonnebril of gletsjerbril minimaal categorie 3, bij voorkeur categorie 4
  • EHBO-setje
  • bivakzak

Bergsportmateriaal huren
Voor het huren van materiaal kun je terecht bij het Bever verhuurcenter.

Accommodatie

Overnachten in hutten
Op onze cursussen en tochten overnacht je in een berghut. Ze variëren van primitief tot vrij comfortabel, wat vaak overeenkomt met de hoogte van de hut. Hoe lager gelegen, hoe makkelijker om voorzieningen aan te leggen, hoe luxer. In hutten komen veel verschillende bergsporters na een lange dag bij elkaar. Lekker bijkomen of spelletjes spelen in de gezamenlijke ruimte en daarna genieten van een voedzame maaltijd. In een hut is het heel gezellig. Je stapt even terug in de tijd en bent er echt op vakantie.

In berghutten hanteren huttenwaarden een paar regels om het samenleven met andere bergsporters gemoedelijk en de hut netjes en leefbaar te houden. Zo mag je soms in de algemene ruimtes nog wel in met je bergschoenen aan, maar het betreden van de slaapruimtes met bergschoenen is not done. In speciale ruimtes wissel je je bergschoenen vol sneeuw, modder en kiezels in voor een paar huttensloffen. In Zwitserse en Franse hutten liggen sloffen die iedereen mag gebruiken, in andere hutten moet je ze zelf meenemen. Ook pickel en stijgijzers laat je achter, zodat je het interieur van de hut niet beschadigt. De huttenwaard wijst je een slaapplaats toe.

Hoewel je in de meeste berghutten geen culinaire hoogstandjes moet verwachten, wordt het eten in de hut steeds beter. Met dieetwensen als vegetarische maaltijden wordt doorgaans rekening gehouden als je deze bijtijds doorgeeft. Houd er wel rekening mee dat je in hooggelegen hutten die lastig bereikbaar zijn, minder tot geen keuze hebt in wat je eet. Wassen kan met een beetje geluk aan een kraan met warm water, maar steeds vaker kun je tegen betaling douchen. Na het avondeten plan je de tocht voor de volgende dag en pak je alvast je rugzak in. Om tien uur gaat het licht uit en geldt Hüttenruhe. Handig dus om een hoofdlamp bij je te hebben voor als je 's nachts naar de wc moet of 's ochtends vroeg opstaat.

Meer over het huttenleven

Je gaat hier overnachten:

Rifugio Tobià del Giagher Rifugio Contrin Capanna Punta Penia Rifugio Passo delle Selle Rifugio Vallaccia
Prijsinfo
Ledenprijs 1.020,- p.p. Inclusief
  • NKBV-tochtleider
  • 6 overnachtingen op Lager
  • 6x halfpension
  • boekje ‘Klettersteig’
  • tochtinformatieboekje
  • voorbespreking

Exclusief

  • heen- en terugreis
  • lunch
  • vervoer ter plaatse: eventueel gebruik eigen auto, openbaar vervoer, taxi, kabelbaan etc.
  • persoonlijke uitgaven
Voorbereiding

Conditie en kracht
Tijdens een week in de bergen ben je elke dag in beweging, meestal boven de 2000 meter. Hoe beter je conditie is, hoe meer je kunt genieten. Je zult veel meer plezier ervaren als je fit de bergen in gaat, want je loopt vaak meerdere uren achter elkaar over rots, sneeuw en gletsjers. Je kunt in Nederland al flink aan je conditie, kracht en een goede balans werken. Het kost je ongeveer vier maanden om een goede basisconditie op te bouwen, dus we raden je aan op tijd te beginnen. We helpen je op weg met oefeningen en trainingsschema's.

Conditie opbouwen Oefeningen: Fit de bergen in

Workshops
Om je goed voor te bereiden op je cursus of tocht, organiseren we in Nederland en België een aantal workshops zoals weerkunde, GPS, touwtechnieken. Hiermee leg je een goede basis voor het echte werk in de bergen.

Workshops

 

 

Over deze activiteit

Een klettersteig is een weg door ongebaand rotsterrein. Soms klim je via staalkabels door loodrechte wanden, soms langs geëxponeerde traverses. Je komt op een relatief eenvoudige manier op plekken waar je niet zou komen tijdens een gewone bergwandeling. Via hang- en touwbruggen, pinnen, ijzeren trappen en beugels ga je over kloven van de ene naar de andere bergwand.

Locatie

Beschikbare data

Er zijn geen beschikbare vertrekdata gevonden voor deze reis
Deze reis is vol

Vertrekdata
Einddata
Beschikbare plaatsen
Gegarandeerd vertrek
Prijs