Sneeuwschoenwandelen vraagt om warme, waterdichte en goed doordachte kleding en uitrusting. Bergsportreizen regelt het technische materiaal, maar je eigen spullen bepalen grotendeels of je comfortabel én veilig onderweg bent.
Wat je van bergsportreizen krijgt
- sneeuwschoenen
- telescoopstokken
- lawinepieper
- lawineschep
- sonde
Wat je zelf meeneemt
Goede bergwandelschoenen (minimaal type B) zijn een must. Ze moeten waterdicht zijn, want je loopt de hele dag in de sneeuw. Draag stevige wandelsokken en neem gamaschen mee, zodat er geen sneeuw in je schoenen komt. Een rugzak van 35 tot 40 liter is handig voor je extra lagen, eten, drinken en je lawine-uitrusting.
Qua kleding werk je met laagjes: een thermoshirt en -broek als basis, daarover een warme fleece of softshell, en een water- en winddichte jas en broek (hardshell). Een isolerende jas (zoals dons of primaloft) is prettig voor pauzes. Vergeet ook je warme handschoenen, een muts die je oren bedekt en een zonnebril met categorie 3 of 4 bescherming niet. Een kleine EHBO-set, onderhandschoenen en een bivakmuts maken je uitrusting compleet.
Materiaalhuur
Voor het huren van materiaal kun je terecht bij het Bever verhuurcenter.